26 juni.
Na een onrustige nacht bovenop de Mont Iragui met een paar onweersbuien, werden wij begroet door een kille mist. Na een stevig ontbijt, het eerste in Spanje met zelfgebakken bruin brood en worst en chorizo, gingen wij op weg.
Voor het eerst hebben wij gebruik gemaakt van de meegenomen lange broeken en pulli's met lange mouwen. Het was namelijk bitter koud. Eerst moesten wij de laatste 100 meter klimmen naar het Cruz de Ferro. Daar hebben wij volgens de traditie een steen op de hoop aan de voet van het kruis achter gelaten. Elk, zoals elke pelgrim, voor een eigen reden en een eigen doel.
Na het Cruz de Ferro ging de weg langs Mollinar. Een tweede dorpje dat op één huis (albergue) na ook volledig uitgestorven en verruïneerd is. Na een korte afdaling begon de klim naar het hoogste punt van die berg. De mist verdichtte zich hier tot een dik pak met maar 25 meter zicht.
Hier begon een steile en gevaarlijke afdaling. Een slecht wegdek met gaten, dichte mist, en een hellingspercentage van 7 tot 10% in een bochtig parcours zijn geen ingrediënten voor een ontspannen afdaling. Verkleumd en met pijnlijke handen van het vele knijpen in de remmen kwamen wij onder de wolken uit.
Na een lange afdaling kwamen wij aan in Ponferrada. Een mooi centrum in een lelijke schil. Vergeleken bij Burgos, Santo Domingo, Leon, en Astorga heeft deze stad een naargeestige kathedraal. De met symbolen overladen tempeliersburcht. Is indrukwekkend.
Inmiddels hebben wij al veel stempels verzameld in ons credential. Maar we hebben nog wat ruimte overgehouden voor de laatste 200 km. Die tellen namelijk het hardst voor het compostolaat.
Geluncht hebben wij in Villa Franca de Bierzo. Op 540 meter hoogte. begonnen wij weer aan de klim voor de volgende berg. De Bierzo is overigens een goede wijnstreek al zijn deze wijnen in Nederland vrij onbekend.
Uiteindelijk eindigen wij vandaag weer op een berg in O Cebreiro. Dat dorp op de Alto di Poio ligt op 1300 meter hoogte. Dit is een rustiek Galisisch bergdorp met huizen van natuursteen en daken van flagstones of riet. De Albergue is schoon maar wel afgeleefd. Het eten in Casa Carolo is, net als bij Taberna del Gaia in Foncebadon, overvloedig. Hoe ze zulke menu's met 3 gangen inclusief een fles lokale wijn en koffie/thee voor 9€ de man kunnen maken is ons een raadsel. Het eten is nog bijzonder smakelijk ook, ondanks de grote portie's. Omkomen van de honger is hier onmogelijk voor ons.
Morgen moeten wij de top van de Alto de Poio ronden voordat wij weer de berg afrijden. Nog maar 160 km te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten