19 juni.
We verlieten Roncevalles terwijl de pas nog bedekt was met ochtendauw. Op 900 meter hoogte betekende dit niet dat het fris was. Nee hoor, het was ijs- en ijskoud!
Op een kleine kink in de kabel bij de Mezcritas na verliep de 40 km afdaling voorspoedig. Het is opvallend hoe erg de zuidzijde van de Pyreneëen verschilt van de noordzijde. Het is er veel droger, ruiger en rotsachtiger dan aan de Franse kant. De verschillen zijn geologisch en meteorologisch goed te verklaren maar toch blijft het apart om in twee dagen compleet andere berglandschappen te zien.
Na die eerste veertig km kan jij je ook qua dorpjes niet meer vergissen. De robuuste huizen van de baskische bergdorpjes aan beide zijden van de grens verschillen hemelsbreed van de dorpjes dieper in Navarra.
Wij eindigden onze etappe in Estella. De ster van de camino met een fraai en zeldzaam romaans paleis en een paar fraaie kerken. Na de siësta hebben wij de kerken bezocht en een hapje gegeten op een terras aan het riviertje dat het stadje in tweëen verdeelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten