maandag 23 juni 2014

Heiligen, heiligen, en nog meer heiligen.

21 juni.

Vandaag begon de etappe in Navarrete na een goede nachtrust in onze eigen kamer in La Quantara. Het onweer van de vorige nacht heeft veel stof  weggespoeld en de ochtend is vochtig maar aangenaam koel.

We schieten goed op en na een paar klimmethes en dalletjes komen wij bij San Millan de la Cogolla. Een van de talrijke plaatsjes langs de camino waar een weldoener leefde die daarvoor in de geur van heiligheid stierf. Hier zijn twee kloosters. Één op de heuvel (yusso) en een in het dal (Susso).

San Millan stichtte het kleine klooster bovenop de heuvel. Na zijn dood werd het klooster rijk en een toenmalige koning die zijn hof naar Najera had verplaatst wilde een deel van die rijkdom gebruiken om de net tot kathedraal verheven kerk te verfraaien. Onder protest werd de gestuurde ossenkar volgeladen met relieken en kostbaarheden. Uiteraard kreeg de koning niet zijn zin. Beneden in het dal weigerden de ossen plotseling nog een stap te zetten. Nadat alle pogingen vruchteloos bleken besloot men dat de heilige niet wilde dat de relieken het dal verlieten. Dus werd op de plek waar de ossen waren blijvenstaan een nieuw klooster gebouwd. Susso. Inmiddels is het werelderfgoed geworden.

Zo zijn er nog meer heiligen rondom de Camino. Zoals San Juan de Ortega, wiens klooster wij morgen (zondag) gaan bezoeken. Maar ik ga ze niet allemaal behandelen. Dat zou het verhaal er niet leesbaarder op maken.

Een andere heilige die met de camino is verbonden is san Domingo. Deze arme man werd in 2 kloosters geweigerd als monnik. Maar het vuur brandde te sterk in hem en dus werd hij kluizenaar. Naar verluid heeft hij kilometers weg bestraat, kerkjes en pelgrimshospitalen gebouwd. Ook heeft hij bruggen gerepareerd en gebouwd. Eerst alleen en later samen met volgelingen. Hij werd naast de camino begraven en op zijn graf verrees een kerkje dat uiteindelijk tot een kleine kathedraal is uitgebouwd. Het stadje dat rondom zijn graf verrees is naar hem vernoemd. Santo Domingo de la Calzada. Hier hebben wij kort geluncht voordat wij door gingen nar Belorado.

Eigenlijk hadden wij daar kip moeten eten aangezien de populairste legende rond Domingo gebraden kip bevatten. Volgens overlevering werd de zoon van een pelgrimsechtpaar verraden door de afgewezen dochter van een herbergier. De jongen werd ter dood veroordeeld voor een niet begane diefstal. Ontroostbaar gingen de ouders verder naar Santiago. Bij hun terugkomst zagen zij de jongen levend aan strop hangen. De heilige zou de voeten van de jongen hebben vastgehouden zodat hij niet stikte in de strop. Verheugd snelden de ouders naar de burgermeester of schout om hem van dit wonder te vertellen. Deze zit aan zijn lunch met geroosterde kip em roept uit dat hun zoon na die lage tijd net zo levend is als het kippetje dat hij nu eet. Waarop, uiteraard, de kip opspringt en hem vertelt dat de jongen onschuldig is en gespaard door de heilige. Sindsdien wordt dit wonder herdacht door het houden van 2 kippen in de kathedraal van Santo Domingo de la Calzada.

De etappe eindigde in Belorado. Een dorp dat buiten een onverwachte bont industrie werkelijk niets vermeldenswaardigs heeft. De albergue Quatro Cantones daarentegen was een prima overnachtingsplek.

Goede bedden. 6 persoonskamers met eigen badkamer. Een tuin om in te relaxen en een restaurantje waar voor weinig geld goed kon worden gegeten. Prima verzorgd en een vriendelijke familie die werkelijk de hele dag in de weer zijn.

Bij het eten kregen wij twee hele leuke tafeldames als gezelschap. Yvonne, een Canadese met familie van Nederlandse afkomst en Korinne, een Duitse jonge dame. Het was zo gezellig dat wij als de laatstectafel opstonden nadat wij klaar waren met eten.

Al met al een heel geslaagde dag dus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten