18 juni.
Vandaag moest de Ibanetapas bedwongen worden. De dag begon met een gezamenlijk ontbijt met de dinergasten van gisteravond. We bedankten de gastheer en gastvrouw voor de hartelijke ontvangst en gingen op weg.
De eerste 25 km reden wij over het zachtglooiende dal tussen Saint Palais en Saint Jean aan de voet van de bergpas. De naderende bergen verrieden zich door de heuvels aan weerszijden die steeds hoger en imponerender werden.
Bij Saint Jean Pied de Port namen wij een drankje op het terras en een koek met room en chocolade om de energie aan te vullen. Dit deel van de rit diende om de spieren op te warmen.
Na de pauze op het terras begon de gevreesde beklimming een klim van meer dan 900 meter die in feite groter is vanwege een paar dalende stukken.
Op de dalende stukken moet je niet moedeloos worden over het klimwerk dat daarmee omgedaan wordt gemaakt. Dan hou je het namelijk niet vol. Gewoon concentreren en langzaam door fietsen.
Wij hadden het geluk dat het weer droog, zonnig en koel was. Dat werkte de klim niet tegen. En dat is fijn want deze is op zichzelf al pittig genoeg.
Was het zwaar? Jazeker! Wij zijn een paar keer afgestapt en ik heb 2 keer een stukje gelopen voordat ik weer opstapte. Maar uiteindelijk wordt je daarvoor beloont. Dan rond je de laatste haarspeldbocht en zie je het kruis en de kapel die de Puerta Ibaneta, het hoogste punt van de pas, bekroont.
Even een paar foto's. Elkaar een schouderklopje geven. (mijn vader was trouwens als eerste boven. Ik volgde 100 meter daarachter.) en dan naar beneden. Dat gaat op de fiets heel gemakkelijk. (en snel. 58 km/uur was onze max.) 2 min. later waren wij bij het klooster van Roncevalles. Dat is onze slaapplek voor vannacht.
Wij liggen nu tussen de snurkende pelgrims. :-)
Wij hebben het pelgrimsmaal genuttigd met wel 100 man. Waar we de afgelopen dagen 2, 3, 4, pelgrims tegen kwamen per dag zijn het er nu heel veel. De meesten wandelen de route. Na de maaltijd hebben wij in de prachtige Collegiale kerk van het klooster de pelgrimsmis bijgewoond. Samen met onze tafelgenoten. Een Schots echtpaar, Maurice en Jenny, en een Argentijnse Canadees genaamd Juan.
Daar hebben wij de pelgrimszegen ontvangen die daar al sinds de 12e eeuw over de pelgrims wordt uitgesproken. Wat kan er nu nog fout gaan? Maar zonder gekheid. Het was heel mooi om mee te maken.
Roncevalles neemt een bijzondere plek in in de geschiedenis van de Camino Frances (het spaanse deel van onze pelgrisroute) em daarom is het een mooi punt om halt te houden. De Refuge of Albergue is groot (350 bedden) en heel modern en schoon. Nu alleen het gesnurk nog. Maar daar helpen oordopjes tegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten